De kleuren.
Nu zal ik het gaan hebben over de verschillende kleurschakeringen van
de koi en de Japanse namen die eraan verbonden zijn. Elke kleur die
een koi heeft moet diep en duidelijk aanwijsbaar zijn t.o.v. de omgevend
kleuren. Iedere kleur heeft zijn eigen Japanse naam. Zo zal ik ze nu
dan ook allemaal noemen:
rood = Aka oranje = Beni zilvermetallic = Gin rood = Hi turquoise=Ao bruin = Cha goud met zilver = Hariwake geel-groen = Hisoku geel = Ki rood met wit = Kohaku grijs = Nezu gekleurd = Shoku goudmetallic = Kin goudgeel = Ogon wit = Shiro zwart = Sumi.
Het simpelste om de koi een bepaalde Japanse naam te geven is door zijn kleur te noemen maar er zijn ook nog beschrijvende termen. Want door de kleur te noemen ben je niet altijd binnen want voor rood zijn er drie termen: Aka, Beni en Hi. De eerste twee gebruikt men bij een algemene rode kleur maar de laatste gebruikt men alleen maar als er sprake is van rood op een witte ondergrond. Dus met de kleur alleen ben je niet altijd klaar. Er zijn ook nog beschrijvende termen voor een koi. De lijst die ik nu ga geven zal je zeker helpen hoe koi namen opgebouwd zijn soms uit een combinatie van beschrijvende termen.
Akame betekent een vis met een oog met een rode iris.
Doitsu deze term wordt in het Japans gebruikt om koi’s aan te duiden die alleen op de zijlijn en op de rug schubben heeft.
Gin dit is een koi die zeer mooi het licht dat op hem valt weerspiegelt. Deze term wordt vaak samen genomen met Rin dat geschubd betekent. Als men deze beide samen neemt krijgt men de term Gin Rin hetgeen gewoon geschubd betekent met een zilveren of gouden glans over enkele bepaalde schubben betekent.
Inazuma dit betekent dat de vis een lichtgevend patroon heeft dat zeer goed opvalt.
Kabuto dit geeft aan dat de koi een rode kap heeft dit wordt vaker Tancho genoemd. En Tancho is weer afgeleid van Tancho Zura dit is een Japanse vogel met een rode kuif.
Karasu is een koi die geheel zwart is deze koi is dus niet zo aantrekkelijk als men de koi wilde gaan houden om zijn mooie kleuren maar desondanks kan het een zeer mooie vis zijn om in een aquarium te houden maar dit moet dan wel een zeer groot aquarium zijn. De Karasugoi wordt ook wel eens Magoi genoemd en deze koi wordt door de Japanner in de vijver gedaan om de boze geesten te verjagen.
Parrachina dit is een zeer witte metallic koi alleen heeft deze koi totaal geen schubben hij wordt ook wel Shiro Ogon genoemd.
Sanke of Sanshoku dit is een koi die drie vaste kleuren bezit deze zijn gewoonlijk rood, zwart en wit. Showa is een koi die afkomstig is uit de periode vanaf 1926-.
Sui Dit is een koi die een kleur heeft met een rimpelig effect net zoals water. Shusui dit is een oude variëteit van 1868-1926.
Utsuri dit is een koi die net lijkt alsof hij reflecteerd net alsof men een lamp op deze koi schijnt.
Iedere vis heeft ook verschillende soorten patroon daar zijn ook speciale Japanse namen voor zoals:
lichtblauw netvormig = Asagi. Zo ziet men wel eens vissen waarvan het net lijkt alsof deze onder de witte huid een soort blauwe gloed heeft dat noemt men Asagi.
Schildpadhuid = Bekko Deze aanduiding wordt vaak in verband gebracht met een witte koi met zwarte vlekken. Deze noemt men dan Shiro Bekko.
Denneappelschubben = Matsuba Dit patroon hebben meestal de koi’s die één kleur hebben zoals goud of wit deze worden dan Kin Matsuba of Gin Matsuba genoemd. Hierbij is de buitenkant van de schubben lichter als de binnenkant en daarom heet het dus denneappelschubben. Naast dit alles zijn er ook nog vier erkende schubtypen:
Geschubd: Deze is het meest voorkomend en heeft dezelfde schubben als iedere normale vis oftewel de doorsnee koi. Doitsu: Dit is een koi met alleen schubben op de rug- en de zijlijn. Dit patroon wordt is sinds kort een speciale klasse op wedstrijden.
Leder: Dit is een koi met geen enkele schub dit kan een zeer mooie koi zijn (bv. De Parrachina)
Gin Rin: Dit is een koi die normaal gescubd is maar met een spiechelachtige gouden of zilveren kleur. (Dit is een veel gebruikte afkorting van Kinginrin)
Fucarin: Deze term beschrijft het huidoppervlak tussen de schubben hoe kleiner de schubben zijn hoe meer de koi glanst.
De éénkleurige koi’s
Ik begin bij de eenkleurige koi’s omdat dit de eerste variëteiten zijn op de gewone karper. Zo heeft men witte koi’s deze zijn voortgekomen uit kohaku’s die men met elkaar gekruist heeft. Deze noemt men Shiromuji. Zo is ook de rode koi ontstaan deze noemt men: Benigoi. Deze rode variant bestaat ook met een dennenaaldschubben patroon dan noemt men ze: Hi Matsuba.
Dan zijn er ook de gele koi’s de Kigoi deze zijn ontstaan uit Asagi of Kohaku. In de echte goeie kwekerijen heeft men echt de diepe gele kleur maar bij de slechtere kwekerijen zit er meestal wit door de goede gele kleur.
De Akame Kigoi is een gele koi met rode ogen.
Dan zijn er nog de metallic gekleurde koi’s deze zijn:
de Ogon Dit is een goudgeelgekleurde vis die zeer mooi kan zijn. Niet iedere Ogon is goudgeel. In deze kleur zijn ook nog andere verschillende patronen mogelijk.
Zo heeft men de Matsuba Ogon dit is een goudgele koi met een gele kop, vinnen, staart en zeer mooie goudgekleurde denneappelachtige schubben.
Er bestaat ook de variant (dit is eeen koi zonder schubben: een leder) die goud met wit is deze wordt Hariwake Ogon genoemd dit is een koi met over het algemeen meer goud dan wit alleen is het goud niet zo mooi fel als bij een gewone Ogon.
Dan hebben we ook nog een Ogon die men op het eerste gezicht helemaal geen Ogon zou noemen dat is de: Orenji Ogon de naam zegt het al dit is een oranje koi met de metallic glans van een Ogon. Deze koi werd voor het eerst gekweekt in 1956.
Bij de éénkleurige koi’s is er ook nog de platina gekleurde koi. Een platina kleurige koi met denneappelachtige schubben krijgt de naam Gin Matsuba.
De platinakleurige koi bestaat ook nog in een ander variant: Parrachina hier hoef ik geen aandacht meer aan te besteden want deze heb ik al genoemd. Platinum Ogon dit is een metaalachtige witte ogon.
Fuji Ogon zo heten Ogon die een sterke metaalachtige glans op de kop vertonen.
Karasugoi dit is een geheel zwarte koi met een witte of oranje buik. Deze koi neemt men in de vijver om de boze geesten te verjagen.
Cha-goi cha betekent zoals jullie al weten bruin. Deze koi is een koffiebruine variëteit en is zeer makkelijk tam te krijgen. Deze koi groeit ook ontzettend snel.
Sora-goi dit is een grijsblauwe koi deze groeit evenals de Cha-goi ontzettend snel.
Shiro-muji dit is een geheel witte koi deze koi worden gewoonlijk uit de vijver gehaald en afgemaakt. Maar ze kunnen heel mooi zijn.
Aka-muji dit is een rode koi net als de Beni-goi alleen heeft de Beni-goi een veel diepere rode kleur.
Kin Kabuto en Gin Kabuto dit zijn zwarte koi met schubben die een goud- of zilverkleurig randje hebben.
De tweekleurige koi’s
Bij de tweekleurige koi’s is natuurlijk de bekendste de Kohaku de rood met witte koi. Deze is er in veel verschillende patronen en deze zal ik allemaal bespreken. Kohaku is de hoofd kweek lijn van deze koi komen de meeste soorten andere patronen vandaan. Deze koi is een koi die in Japan zeer geliefd want de meeste shows worden door deze koi gewonnen. De mooiste Japanse Kohaku hebben een diepe Hi kleur (rood). Het wit moet ook perfect in orde zijn dan heeft men de perfecte Kohaku. De gewone Kohaku heeft ook nog enkele subvormen, zoals men weet bestaat de kleur op de rug uit één of meerdere vlakken. Deze vlakken hebben invloed op de naamgeving.
Zo heet de Kohaku met twee patronen op de rug Nidan Kohaku.
De Kohaku met drie patronen Sandan Kohaku.
De Kohaku met vier patronen Yondan Kohaku.
Dan zijn er ook nog enkele andere variëteiten van de Kohaku:
Inazuma Kohaku, Inazuma betekent bliksem dus de Inazuma Kohaku is een Kohaku met een rood patroon dat van de kop tot de staart zigzaggend over het lichaam gaat.
Tancho Kohaku dit is een geheel witte koi met een rode plek op het hoofd.
Dan is er ook de Maruten Kohaku dit is een Kohaku die een Hi plek op het hoofd heeft net als de Tancho Kohaku alleen heeft de Maruten nog een Hi plek op het lichaam.
Dan de Makibara Kohaku dit is een Kohaku waarbij het Hi patroon zich uitbreidt tot de buik.
Dit was het wat betreft de Kohaku.
Verschillende ondergrond kleuren
We gaan nu verder met de koi’s die zwarte plekken hebben op verschillende kleuren ondergrond.
De Shiro Bekko. Dit is de enigste koi die het patroon zwart op wit vertoont. Het zwart is vaak niet overduidelijk zwart maar heeft vaak ook nog een blauwige tint. Het zwart (Sumi) komt bij de Shiro Bekko niet op het hoofd voor.
De Aka Bekko is een rode (Aka) koi met zwarte vlekken deze vlekken kunnen uitlopen tot de vinnen.
De laatste in de Bekko serie is de Ki Bekko dit is een zeer weinig voorkomende gele (Ki) koi met zwarte vlekken.
Zwart als ondergrond
Nu gaan we verder met de koi’s die zwart als ondergrond kleur hebben, dit zijn ook vaak winnaars op tentoonstellingen.
We beginnen met de Shiro Utsuri dit is een zwarte koi met zeer mooie witte vlekken de zwarte vlekken kunnen zich uitbreiden tot de vinnen. Deze koi lijkt veel op de Shiro Bekko, alleen doordat de Shiro Utsuri een zwarte ondergrond heeft krijgt men hierdoor een veel mooier effect. Dit mooie effect ontstaat doordat de zwarte kleur veel meer overheerst.
De variant met zwart als ondergrond die ik zelf ook zeer mooi vindt is de zwart met rode koi ook wel de Hi Utsuri genoemd. Deze rode koi is op zijn mooist als de Hi zeer diep rood is en niet te licht want dan is deze koi veel minder mooi.
Dan is er ook nog de Ki Utsuri zoals de naam al zegt is dit een zwarte koi met gele vlekken. Deze koi zijn zeer zeldzaam en als men ze al vindt heeft men vaak een met zwarte spikkeltjes op het geel.
Blauw en rood
Dan spreken we natuurlijk over de Asagi. Bij deze koi is het hele lichaam lichtblauw met een Matsuba effect op de schubben. Het laagste deel van de buik is melkwit.
Er zijn verschillende subvariëteiten op de Asagi.
Dan de Shusui. Deze vis vind ik veel weg hebben van een Japanner. Terwijl het een Asagi is gekruist met een Doitsu. Het hoofd moet lichtblauw zijn en de rug een beetje donkerder blauw. Het uiteinde van de neus, de buik en de vinnen zijn mooi oranje/rood Te grote Doitsu vinnen moeten in een mooie lijn liggen. Degene die op de rug liggen moeten donkerblauw zijn. Op de Shusui zijn nog enkele variëteiten.
Ook de volgende twee: De Hana Shusui bij deze koi is de rood/oranje kleur veel meer uitgebreid tussen de ruggen de buik maar de grote schubben zijn er nog steeds.De tweede is de Hi Shusui. Deze koi heeft een veel diepere rode kleur die zich over het hele lichaam uitstrekt. Bij deze koi zijn de schubben langs de zijlijn veel beter te zien.
Tweekleurig-metallic koi
De Ginsui/Kinsui dit zijn metallic gekleurde Shusui.
De goud-rood getinte vissen staan bekend als Kinsui. En de zilverkleurige staan bekend als Ginsui.
De Hariwake dit is een koi met een overwegend zilverachtige basiskleur en een gouden patroon.
Er zijn op de Hariwake veel subvariëteiten waaronder de volgende:
Orenji Hariwake dit is een koi met overheersend oranje en daarover heen platinakleurige patronen van de Hariwake.
Yamabuki Hariwake dit is een Hariwake met een met een helder goudgeel en platinakleurig patroon, wat deze koi tot een zeer mooie vis maakt.
Matsuba Hariwake dit is een Hariwake met op alle schubben een Matsuba patroon van Sumi op alle schubben.
Dan hebben we ook nog een andere soort met metallic kleuring en dat is de Kujaku. De Kujaku is eeen geel en platinakleurige metallic koi met een Matsuba patroon dat zeer mooi naar voren toe komt op de gele schubben.
De Kikisui ("waterchrysant") dit is een zeer mooie Doitsu platinumkleurige Kohaku. Langs het lichaam van de Kikisui loopt aan weerskanten van de tekening een golvende streep die een diepe goudkleurige of oranje tint heeft de kop moet de kleur van platinum zijn.
Dit waren de tweekleurige koi’s maar er moet nog één toevoeging aan.
Kinginrin deze naam wordt toegepast op koi’s met veel zilver- of goudkleurige parelmoeren schubben. Deze naam kan op alle groepen van toepassing zijn.
Drie kleurige koi’s
Taisho Sanke dit is een witte koi met rode en zwarte vlekken bij wedstrijden is het belangrijk dat deze koi een mooie Hi vlek op het hoofd heeft. De rode en zwarte vlekken op het lichaam moeten van elkaar gescheiden zijn en evenwichtig zijn.
Tancho Sanke. U zult wel zeggen maar dat is toch dezelfde als de vorige maar dat is niet zo want de Tancho Sanke heeft maar één rode vlek en dat is een rode vlek op het hoofd en deze moet rond zijn. Deze Hi-vlek stelt de ondergaande zon voor (denk aan de Japanse vlag). Op het lichaam mogen zich geen rode vlekken bevinden en het Sumi moet mooi verdeeld zijn.
Aka Sanke het rood (Aka) loopt van kop tot staart en is met bevlekt met zwart.
Showa Sanke deze variatie heeft een beetje weg van de Taisho Sanke alleen heeft de Showa Sanke meer zwart en veel minder wit. De kop dient een grote Hi-vlek te hebben en het zwart moet heel diep zwart zijn.
Boke Showa. Het Sumi op deze Showa is vlekkerig en vaag eerder grijs dan zwart.
Hi Showa dit is een Showa met heel veel rood zoals de naam al zegt (Hi=rood).
Kindai Showa Dit is een Showa met veel meer wit deze vis heeft iets weg van een Taisho Sanke alleen heeft de Showa in kwestie veel donkerder zwart als de Taisho Sanke.
Tancho Showa deze Showa heeft geen Hi-vlek op het lichaam maar wel op de kop net zoals de Tancho Sanke.
Koromo dit is een kruising van Asagi en Kohaku of Asagi en Sanke.
Tot deze groep behoren de volgende drie variëteiten:
Ai-Goromo dit is een Kohaku waarbij de rode schubben opvallend blauwe randen hebben.
Koromo Sanke dit is een Ai-Goromo gekruist met een Taisho Sanke waarbij de rode schubben een blauwe tint hebben en de sumi-schubben blijven zoals ze bij de Taisho Sanke waren.
Budo Goromo dit is een koi die zeer mooi is als het wit echt sneeuwwit is. De ander kleur is paars en ligt als trosjes over het lichaam, Budo betekent ook druiven.
